VOOR PRODUCTEN
TYPE
De elektronica van de kookplaat verdeelt het vermogen over de verschillende kookzones. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij twee achter elkaar liggende kookzones. Of wanneer u gebruikt maakt van de boostfunctie. Als uw kookplaat verkeerd geïnstalleerd is kan de temperatuur van de kookzones te hoog oplopen. Hierdoor schakelt de kookplaat automatisch het vermogen terug. Als dit niet voldoende is en de temperatuur te hoog blijft, schakelt de kookplaat zichzelf uit en zal een ‘H’ zichtbaar zijn.
Als uw kookplaat niet reageert op de bediening dan kunnen er een aantal – onschuldige – zaken aan de hand zijn. 1. De kookplaat staat nog in de Eco-modus; 2. Het kinderslot is nog actief; 3. U gebruikt uw vingertop niet correct. Probeer een vlak oppervlak met uw vingertop te creëren.
Mochten bovenstaande punten niet aan de orde zijn, dan is er wellicht een technische storing. Maak uw kookplaat 1 minuut spanningsvrij door de stekker uit het stopcontact te halen. Ook is het mogelijk dat de aardlek of de zekeringautomaat eruit ligt. Mocht u dit gecontroleerd hebben in de meterkast en uw kookplaat is nog steeds niet te bedienen, dan is er een technisch probleem. Schakel hiervoor een monteur in.
Ook het gedeelte rond de kookzone wordt warm. Bij het overkoken branden de gemorste resten op – en rondom de kookzone. Als overgekookte resten niet direct worden verwijderd zullen deze na verloop van tijd zeer moeilijk te verwijderen zijn. Suiker en suikerhoudende producten moeten direct bij het overkoken worden verwijderd, want eenmaal ingebrand is dit niet meer schoon te maken. U kunt met een glasschraper de aangekoekte resten voorzichtig verwijderen, ook als de kookzone nog warm is. U gebruikt het beste een glaskeramisch reinigingsmiddel en het is belangrijk om de glaskrabber goed vlak te houden. Dit voorkomst krassen. Speciaal voor glaskeramische oppervlakten heeft Sorbo een krasvrije schuurspons. Na het reinigen behandelt u de glasplaat na met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische kookplaten. Hierdoor gaat de glasplaat weer glimmen en wordt er tevens een beschermlaagje aangebracht.
Betekenissen van foutcodes vindt u terug in de gebruiksaanwijzing. Sommige functie- aanduidingen (symbooltjes) op de kookplaat worden verward met foutcodes. Ook is het mogelijk dat een foutcode niet voorkomt uit een technisch mankement, maar door onjuist gebruik van functies. Mocht een bepaalde functie u niet duidelijk zijn, dan biedt de gebruiksaanwijzing waarschijnlijk uitkomst.
Bij een kortsluiting of aardsluiting is het belangrijk dat u de volgende beveiligingen in de meterkast controleert:
Het tikkende geluid wordt veroorzaakt door het in- en uitschakelen van de elementen onder de kookzones. Dit gebeurt met name op lage kookstanden.
Controleert u eerst de fornuisgroep in de meterkast. Door een technisch defect of overbelasting kan de automaat of smeltverzekering hebben ingegrepen. Ziet u een foutcode nadat u de spanningsvoorziening hebt hersteld, dan is er sprake van een technisch defect. Heeft u een nieuwe kookplaat, dan is het mogelijk dat de kookplaat foutief is aangesloten. Een elektrische kookplaat moet door een erkend installateur worden aangesloten. Spreekt u dus eerst uw installateur hier op aan. Indien u gebruik wilt maken van onze monteur, dan controleert hij of de kookplaat juist is aangesloten. Dit kan gevolgen hebben voor de garantiebepaling.
Het uit- en inschakelen van de kookplaat zorgt ervoor dat de kookplaat op de juiste temperatuur blijft. Hierdoor is het roodgloeiende verwarmingselement niet altijd zichtbaar. Bij een lager ingestelde temperatuur wordt het verwarmingselement vaker uitgeschakeld. Bij een hoger ingestelde temperatuur zal dit minder vaak gebeuren. Maar zelfs op de hoogste temperatuur zal het verwarmingselement nog af en toe worden uit- en ingeschakeld.
Keramisch koken stelt eisen aan de kwaliteit van uw pannen. Zo moet de bodem van de pan geheel vlak zijn en dient de dikte van de bodem minimaal 2,25 mm te bedragen. Door de extreme warmte kunnen te dunne bodems kromtrekken. Geëmailleerde pannen met dun plaatstaal dienen goed vochtig te worden gehouden, anders kan het emaille eraf springen. Voor een optimale warmtegeleiding is het van belang dat de pannen die worden gebruikt op een keramische kookplaat een zo glad en vlak mogelijke onderkant hebben. Alleen dan wordt de warmte van de kookplaat zo efficiënt en effectief mogelijk doorgegeven aan de pan. Pannen die u voorheen op gas hebt gebruikt zijn iets vervormd en daardoor niet meer vlak en glad. De warmtegeleiding is dan niet meer optimaal. Dit logo op de onderzijde van de pan geeft aan of de pan geschikt is voor een keramische kookplaat:
Dit is de restwarmte-indicatie. Direct na het aansluiten van de kookplaat of na een spanningsuitval wordt dit zichtbaar. Dit is als veiligheid ingebouwd. Als de kookplaat voor de spanningsuitval in gebruik was, kan de kookplaat nog warm zijn nadat de spanningsvoorziening is hersteld. Vandaar deze indicatie.